mathieu belezi
Aarde en zon te lijf
2024 / Vertaling en nawoord: Eva Wissenburg
128 pagina’s / ISBN 978 94 93350 14 4 / € 26,90
Dit is het bijna letterlijk door de mensen zelf opgetekende verhaal van Westerse kolonisatie in de 19e eeuw, in dit geval in Algerije.
‘Die periode was zo gewelddadig,’ zegt Mathieu Belezi in een interview, ‘dat ik niets wilde verzinnen. Ik heb alleen maar geput uit wat is overgeleverd.’
‘Ik ken jullie soort, voddenbalen zijn jullie, hyena’s met bloedbeluste tanden die mijn arme soldaten de strot doorbijten terwijl zij speciaal uit Frankrijk zijn gekomen om dit verdomde land van jullie te pacificeren, om alle ongedierte hier op te ruimen, godskolere! en zo bedanken jullie ons!’
Aarde en zon te lijf is in Frankrijk met zo opvallend veel lof ontvangen (Prix du Monde 2022, Prix Livre Inter 2023 en vele nominaties) dat The New York Times een artikel aan het succes heeft gewijd waarin wordt gesuggereerd dat Frankrijk er nu, in 2023, eindelijk klaar voor is dit deel van zijn geschiedenis onder ogen te zien. De personages in Belezi’s novelle houden zichzelf voor dat ze Verlichting brengen in een barbaars land dat douar voor douar moet worden ‘gepacificeerd’. Belezi zegt daar zelf over: ‘in de negentiende eeuw was Europa een gevaar voor de rest van de wereld en daarvoor betalen we nu nog steeds de prijs.’ Hij laat er geen misverstand over bestaan dat hij daarom dit boek wilde schrijven, waarvan onmogelijk weg te kijken valt.
Op naar weer een slachtpartij
Plundering, wij zijn erbij
Ons vuur zal al’ verteren!
We roven leeg
Voor nog een streep
Want wij koloniseren!
In de zomer van 1830 komt een vloot van 670 Franse schepen aan in het Algerijnse Sidi Ferruch. Wat een strafexpeditie heet luidt het begin in van een bloedige kolonisatie. Aanvankelijk stuit het Franse leger op weinig weerstand, maar het gewapende verzet groeit, zeker vanaf 1832 onder leiding van emir Abd el-Kader, een geleerd en geliefd man die een leger van tienduizend guerillastrijders op de been brengt. De Fransen reageren met gewelddadige razzia’s. Volgens bevelhebber Bugeaud zijn ze niet in gevecht met een vijandig leger, maar met een vijandig volk. Het is dus de gehele bevolking die moet worden onderworpen of anders uitgeroeid. Vijftien jaar later geeft Abd el-Kader zich over, maar daarmee verdwijnt de weerstand van de Algerijnse bevolking niet. Ondertussen stelt de Franse regering arme Fransen stukken Algerijnse grond in het vooruitzicht. Er zou hun aan de andere kant van de Middellandse Zee een paradijs wachten. Ze hoeven alleen maar de aarde te bewerken terwijl het koloniale leger de streek dorp voor dorp ‘pacificeert’.
er stond een acacia in de buurt van onze kuil waaronder we beschutting zochten om bij te komen en het zweet van onze druipende gezichten te vegen, Rosette keek om zich heen naar de vele graven en kruizen die er de afgelopen week bij waren gekomen
‘Hij wou hier niet heen’
zei ze ten slotte
ze huilde niet meer, met de ellende die we allemaal te verstouwen kregen vond ze zelfmedelijden waarschijnlijk zinloos, liever balde ze haar handen tot vuisten en zette ze haar tanden woedend in de knopen van haar zakdoek
In het leesfragment staat aansluitend aan de eerste pagina’s het volledige nawoord.
Een boek met alleen maar verliezers, dat je een spiegel voorhoudt.
Links | franse reeks | mathieu belezi