Om een uur of acht ’s morgens opstaan, een rondje door de tuin, werken tot het middaguur, een door de kok bereide lunch gebruiken, de middag wijden aan activiteiten als jagen, varen of wandelen, en ’s avonds naar een diner met chique genodigden. Als we Guy de Maupassants kamerdienaar mogen geloven, was dat meestal de dagindeling van de schrijver, die in zijn tijd al zeer succesvol was en goed verdiende. Hij kocht verder graag kunstwerken en dure huisdecoratie, ging geregeld op reis en hield er een persoonlijke verzorging op na waarvan de kosten aardig opliepen. Voorts kon hij zich de aanschaf van een privéjacht veroorloven.
Hoewel de beweringen van kamerdienaar François Tassart volgens sommigen met een korrel zout genomen moeten worden, staat buiten kijf dat Guy de Maupassant (1850-1893) een comfortabel leven leidde, financieel gezien dan. Niet alleen omdat hij goed boerde als schrijver, maar ook omdat hij ter wereld kwam in een welgesteld gezin. De familie van zijn moeder, die in 1860 scheidde van haar ontrouwe echtgenoot, behoorde tot de hogere bourgeoisie. Ze was zeer gecultiveerd en een kennis van onder anderen Gustave Flaubert, die Maupassants leermeester en levenslange vriend werd.
Maupassant bracht het grootste deel van zijn jeugd door in het Normandische Étretat, tussen het platteland en de zee, en koesterde als volwassene een warme herinnering aan die tijd. Na zijn studie in Rouen en zijn vrijwillige militaire dienst tijdens de Frans-Duitse oorlog van 1870, die diepe indruk op hem maakte, vestigde hij zich in Parijs, waar zijn succes als schrijver begon in 1880, met de publicatie van Boule de suif. Ondanks zijn vermeende paar uurtjes werk per dag schreef Maupassant vervolgens in ruim tien jaar tijd zes romans, zo’n driehonderd korte verhalen en talloze journalistieke stukken. Vanaf 1882 vertoefde hij iedere zomer in zijn buitenhuis in Étretat, periodes die gedetailleerd worden beschreven in Tassarts Souvenirs sur Guy de Maupassant.
links |
